Bij een kachel met een open systeem zal altijd voldoende geventileerd moeten worden omdat de zuurstof, die nodig is voor verbranding, uit de woonruimte gehaald wordt. Bij gaskachels bestaan daarom twee verschillende systemen. Het traditionele open systeem van vroeger en het nieuwere, gesloten systeem. Bij een gesloten systeem wordt de zuurstof, die nodig is voor verbranding, van buiten gehaald door de afvoerbuis. De afvoerbuis bestaat daarom eigenlijk uit twee kanalen. De binnenpijp is voor de afvoer van de rookgassen en de buitenpijp is voor de aanvoer van zuurstof van buitenaf. Dit pijpmateriaal wordt ook wel concentrisch pijpmateriaal genoemd en heeft meestal een diameter van 100/150 mm of 130/200 mm.
Bij een houtkachel of pelletkachel komt het tegenwoordig ook steeds vaker voor dat de zuurstof van buiten de leefruimte betrokken wordt. Dat wordt meestal externe beluchting of externe luchttoevoer genoemd. In woningen die heel goed geisoleerd zijn (zogenaamde passief woningen) is dit noodzakelijk omdat je anders een soort vacuum krijgt op het moment dat de kachel aan gaat. Uitermate goed geisoleerde woningen beschikken namelijk niet meer altijd over voldoende ventilatiemogelijkheden. Het resultaat van een vacuum is dat je rook in de kamer kan krijgen als je bijvoorbeeld de afzuigkap aan zet. Om dit op te lossen kan je de kachel met een externe luchttoevoer adapter aansluiten op de kruipruimte of via de gevel naar buiten gaan.