Het komt regelmatig voor dat klanten last hebben van verkleuring van wanden en plafonds nadat ze een houtkachel, pelletkachel of gashaard in gebruik genomen hebben. We leggen je hieronder uit hoe dat kan en wat je kan doen om dit effect zoveel mogelijk te beperken.
Ook al wordt er regelmatig schoongemaakt, in elke woonruimte bevinden zich altijd stofdeeltjes in de lucht. Deze stofdeeltjes zijn goed zichtbaar als de zon schijnt. Zo lang als de hoeveelheid stofdeeltjes in de lucht beperkt blijft, zul je hier waarschijnlijk geen last van hebben. Als deze deeltjes, door welke oorzaak dan ook, in grotere hoeveelheden door de kamer zwerven en vooral als de lucht extra verontreinigd is kan je spreken van een slecht binnenklimaat. De verontreiniging kan bestaan uit roet- en teerdeeltjes, veroorzaakt door bijvoorbeeld het branden van kaarsen of olielampjes of het roken van sigaretten of sigaren.
In een verwarmde woonruimte stroomt afgekoelde lucht langzaam over de vloer naar het verbrandingstoestel. In het convectiesysteem van de haard of kachel wordt deze lucht verwarmd waardoor een snel opstijgende warme luchtkolom ontstaat, die zich dan weer door die ruimte verspreidt. In deze lucht bevinden zich dus altijd stof en andere vervuilende deeltjes die zich zullen afzetten op koude en vooral vochtige vlakken. Vooral in een nog niet droge nieuwbouwwoning (bijv. door bouwvocht) zal dit probleem zich voor kunnen doen.
Een ongewenst resultaat van het hierboven omschreven effect is verkleuring van muren en plafonds. Niet alleen bij kachels en haarden maar ook bij radiatoren, verlichtingsarmaturen en ventilatieroosters zie je vaak een verkleuring/vergeling op een lichte ondergrond.
Bij nieuwbouw of het renoveren van woningen worden vaak producten gebruikt waarin weekmakers zijn verwerkt zoals verf, stukadoor materialen, laminaat, vloerbedekking, etc. Uit deze materialen ontstaan gassen die vaak nog maanden lang in de ruimte kunnen voorkomen. In combinatie met zwevende stofdeeltjes kunnen deze gassen vieze plekken veroorzaken op wanden, plafonds en kunststof (roosters, schakelaars etc.). Dit wordt als het ‘Fogging-fenomeen’ beschreven. Dit Fogging-fenomeen treedt vooral op bij het gebruik van olielampjes en kaarsen maar kan ook bij het stoken van een haard of kachel voorkomen.
· Bij een nieuw gemetselde schouw of na een verbouwing goed en langdurig ventileren zodat het bouwvocht zo snel mogelijk verdwijnt uit de wanden, vloer en plafond.
· Het vertrek waar de haard of kachel staat goed ventileren.
· Maak zo weinig mogelijk gebruik van kaarsen en olielampjes en houd het lontje zo kort mogelijk. Deze ‘sfeerbrengers’ zorgen voor aanzienlijke hoeveelheden vervuilende en ongezonde roetdeeltjes in uw woning.
· Roken is niet alleen slecht voor je gezondheid. Rook van sigaretten en sigaren bevat ondermeer teerstoffen, die bij verhitting eveneens op koudere en vochtige muren zullen neerslaan.