Het stoken van een houtkachel of open haard is gezellig, maar kan bij verkeerd gebruik ook schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid. Ook buren kunnen overlast ondervinden van het stoken. Verantwoord stoken leidt tot minder kans op het optreden van stankoverlast, schaadt het milieu niet (in tegendeel, het stoken van een houtkachel is milieuneutraal) en spaart de gezondheid van de gebruiker.
Deugdelijk en schoon rookkanaal of schoorsteen
De schoorsteen bepaalt in grote mate of het stoken veilig, gezond en milieuvriendelijk verloopt. De schoorsteen moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Volg bij installatie of aanbouw de regels van het Bouwbesluit. Natuurlijk verzorgt 't Stokertje graag de gehele installatie voor u van A tot Z. Zo heeft u er geen omkijken meer naar. Laat minimaal eens per jaar de schoorsteen vegen en controleren. Een schone schoorsteen voert rookgassen sneller af. Controleer ook regelmatig of de schoorsteen niet verstopt is door bijvoorbeeld een vogelnestje. Hoe goed een schoorsteen trekt hangt o.a. af van de diameter van het rookkanaal in combinatie met de kachel of haard. Verder is de gladheid van de binnenwand van belang (hoe gladder hoe beter). Een ruwe wand vergroot de afkoeling van de gassen en daardoor de kans op neerslag. Bovendien hecht vuil beter aan een ruw oppervlak dan aan een glad oppervlak. De hoeveelheid bochten in het kanaal is ook sterk van invloed op de trek in het rookkanaal. Hoe minder bochten, hoe beter!
Volledige verbranding
Bij een onvolledige verbranding komen schadelijke stoffen vrij. Onvolledige verbranding vindt plaats bij een te lage verbrandingstemperatuur of bij te weinig luchttoevoer. Dit komt bijvoorbeeld voor bij het gesmoord stoken om brandstof te sparen of wanneer een houtkachel met een te grote capaciteit getemperd moet worden. Zorg daarom niet alleen voor een juiste capaciteit van de kachel of open haard. Deze moet geschikt zijn voor de ruimte waarin de kachel of haard benut wordt. Onze medewerkers adviseren u graag. Zorg ook dat er voldoende toevoer van frisse lucht is via ventilatieroosters of een open raam. Vuur verbruikt veel zuurstof; een gesloten houtkachel heeft per uur vijftig kubieke meter lucht nodig, een open haard tot 250 kubieke meter. Een goed brandend (haard)vuur geeft helder gele vlammen en witte of kleurloze rook uit de schoorsteen. Oranje instabiel flakkerende vlammen en grijze of zwarte rook uit de schoorsteen wijzen erop dat de verbranding niet goed verloopt. Voor meer informatie over de manier waarop u de houtkachel het beste aanmaakt kunt u kijken op onze webpagina over o.a. de Zwitserse aanmaakmethode.
Geschikte brandstoffenBij het verbranden van afval, zoals oud papier, plastic, textiel, geverfd of geïmpregneerd hout, spaanplaat, triplex of hardboard, komen erg veel schadelijke stoffen vrij. Stook daarom alleen onbehandeld, droog en schoon hout, houtbriketten of houtpellets. Houtbriketten bestaan uit geperste houtkrullen en houtvezels en er zitten geen toevoegingen in. Droog hout heeft minstens twee tot drie jaar te drogen gelegen en is te herkennen aan barsten en een loszittende schors. Hakhout dat niet goed gedroogd is brandt minder efficiënt. De verbranding kan daardoor onvolledig zijn, waardoor schadelijke verbrandingsgassen ontstaan. Op onze webpagina 'alles over hout' leest u meer over de mogelijke brandstoffen en de eigenschappen.
Goede weersomstandigheden
Stook niet bij mist of windsnelheden van kracht 3 of minder. De schoorsteen trekt dan slecht. Hierdoor verspreiden rook en gassen zich niet en hopen verbrandingsgassen zich op. Wilt u weten of het een goed moment is om te stoken? Kijk dan op onze STOOKALERT.
Elke kachel of haard is anders, lees daarom altijd eerst de handleiding of gebruiksaanwijzing. Hieronder volgt ons algemene stookadvies gebaseerd op onze ervaringen en de meest voorkomende vragen van klanten.
Bij ingebruikname van een nieuwe kachel of haard, moet u de kachel eerst rustig ‘instoken’. Vervolgens kan het gebeuren dat er een blauwe damp van de kachel afkomt als deze heet wordt. De kachel bereikt een bepaalde temperatuur en de hittebestendige verf gaat inbranden. Het inbranden kan enkele uren duren, na deze periode van uitharding wordt de verf minder gemakkelijk beschadigd. Voordat de verf ingebrand is moet u niet teveel aan de kachel of haard zitten anders beschadigt de verf (dus geen vlekken wegpoetsen en zo min mogelijk aanraken). Laat tijdens dit proces de deurtjes van de houtkachel een beetje openstaan opdat het koord niet blijft vastkleven aan de tijdelijk zacht geworden verf. Als u de rook erg vervelend vindt, zou u de kachel bijvoorbeeld buiten in kunnen laten branden. Maak voordat u de eerste keer gaat stoken de ruiten schoon zodat eventueel achtergebleven walsvetten van de fabriek verwijderd worden (deze branden anders nl. in). De ruiten van een kachel maak je het eenvoudigst schoon met ruitenreiniger voor kachelruiten (alleen bij kachelspeciaalzaken zoals 't Stokertje te verkrijgen). Andere middeltjes zijn: water met een scheutje ammoniak, koude thee, een natte doek in het as dopen enzovoort. In de kachel zit meestal een binnenwerk van gietijzer, steen, vermiculiet of skamolex om het casco van een kachel te beschermen. Deze beschermlaag krijgt alle hitte te verduren en kan daarom gaan scheuren. Deze slijtage (als gevolg van de vuurzee) is vergelijkbaar met bijvoorbeeld de slijtage van de buitenbanden van een fiets (a.g.v. het rijden ermee). Derhalve valt deze slijtage net als glasbreuk niet onder de garantie van de kachel. Scheuren zijn niet erg (tussen de stenen zit tenslotte ook een naad) als de steen, skamolex of het gietijzer maar goed op de plek blijft zitten en niet dusdanig afbrokkelt dat de achter- of zijwand voor een gedeelte vrij komt te liggen. In dat geval moet er aangesmeerd of vervangen worden. Groot of klein onderhoud aan uw kachel kunt u het beste in de zomermaanden (laten) verrichten, zo bent u verzekerd van een warme winter. Tot slot komt het regelmatig voor dat er na plaatsing van een hout- of gaskachel bruin/zwart verkleuring optreedt in nieuw gebouwde of verbouwde huizen (waarbij de omgeving relatief vochtig is). Dit komt door de verbinding in convectielucht van vochtdeeltjes met ontlede stofdeeltjes. Het probleem wordt versterkt door geringe ventilatie, het uitdampen van nieuw behang, behandelde muren, stucwerk, parket, het branden van kaarsen en het roken van sigaretten. Het beste advies is ADEQUAAT VENTILEREN! De benodigde luchtverversing moet volgens het Nederlandse bouwbesluit zijn: bij nieuwbouw min. 3,24 m3/uur per m2 vloeroppervlak van het vertrek, bij bestaande bouw min. 25,2 m3/uur voor een verblijfsruimte. Een bijkomend voordeel is dat droge lucht sneller opwarmt, zodat u dus economischer stookt. Tevens raden wij u aan om de luchtkamers van een eventuele convectiekast goed schoon te houden, hiervoor moeten de roosters er afgehaald worden.
Maak uw kachel aan met aanmaakblokjes en kleine stukjes droog hout. Niet met kranten in verband met het papier wat in een vonkenvanger terecht kan komen en de inkt die vrijkomt. Pas als het goed brandt en het rookkanaal goed opgewarmd is kunt u er beetje bij beetje zwaardere of grotere stukken goed gedroogd (vochtigheidspercentage onder de 20%) hout bijleggen. Hout moet hiervoor ca. 3 jaar droog opgeslagen zijn. U kunt bij de winkels van ’t Stokertje de vochtigheid van uw brandhout gratis laten meten. Pas gekocht timmerhout is niet droog! Zet de luchtschuiven (indien van toepassing) op de kachel zoveel mogelijk open als u net begint met stoken. Als het vuur goed brandt kunt u de schuifjes een klein beetje dichter zetten. Het is voor uw kachel en rookkanaal echter het beste als het vuur goed blijft branden. Teveel temperen geeft onvolledige verbranding en zorgt voor extra aanslag in het rookkanaal en ook op de eventuele ruiten. De eventuele schuifjes bij de ruiten open houden want die zorgen voor een luchtstroom langs de ruit zodat deze minder snel zwart wordt, het zogenaamde schoonglassysteem. Om goede trek te hebben zodat de kachel goed wil branden, moet u o.a. een rookkanaal hebben dat de juiste diameter en lengte heeft en het rookkanaal moet schoon en ruim zijn. De trek wordt bepaald door een groot aantal factoren, niet alle bepalende aspecten hoeven optimaal te worden ingevuld. Het samenstelstel van factoren bepaalt de kwaliteit van de trek in de schoorsteen of rookkanaal.
Indien rook uit de kachel de kamer in komt, dient u eerst de volgende zaken te controleren:
De rookgasafvoer van een gaskachel dient altijd van aluminium of roestvast staal te zijn in verband met de zure condens die vrijkomt. Indien er gebruik gemaakt wordt van een t-stuk dient hier altijd een dop op te zitten. Zonder dop functioneert de kachel niet goed. Een moderne gaskachel met schoorsteenaansluiting heeft een beveiliging. Deze beveiliging reageert op de weerstand in de schoorsteen. Daarom kan het noodzakelijk zijn dat een voering van een gelijke diameter als die van de uitgang van de gaskachel dient te worden toegepast teneinde de kachel goed te laten functioneren. Een gaskachel hoort u met gesloten deur te branden. Ruikt u gas? Laat onze installateur controleren of de kachel deugdelijk is aangesloten. Indien de kachel goed aangesloten blijkt te zijn, dan kan sprake zijn van onvolledige verbranding of een defect gasblok. De sierkooltjes of keramische houtblokken horen zoveel mogelijk conform fabrieksvoorschrift te liggen (in ieder geval nooit op de brander). U dient ieder jaar (in de zomerperiode) de gaskachel schoon te (laten) maken anders loopt u het gevaar dat u storingen krijgt tijdens het stookseizoen. Een gaskachel trekt namelijk stof aan. Het is verstandig de gaskachel op de waakvlam te laten branden. Ruiten beslaan en het binnenwerk van de kachel gaat op den duur roesten, in 1 m3 gas zit namelijk gemiddeld 1,3 liter water. Bij installatie van de gasleiding en kachel is het belangrijk dat de leiding tot aan de gaskraan afgeperst wordt. Een kachel mag echter nooit afgeperst worden ! Let op bij installatie: verontreinigingen (bijv. zand of stof) kunnen storingen veroorzaken en/of de gevoelige onderdelen van een kachel beschadigen.
Voor deze categorie kachels en haarden gelden specifieke richtlijnen die normaliter in uw handleiding vermeld zouden moeten staan. In het algemeen is bij deze categorie kachels en haarden vooral de brandstofkeuze en het onderhoud erg belangrijk voor het goed functioneren van de gehele installatie. Indien een pelletkachel niet goed onderhouden wordt zult u dat merken doordat bijvoorbeeld de gloeibougie snel aan vervanging toe is. De gloeibougie zal namelijk veel heter moeten worden als deze omgeven is door vuil. Hoe warmer de gloeibougie moet worden en hoe vaker de pelletkachel gestart wordt, des te sneller zal de gloeibougie slijten. Als er sprake is van slakvorming in het branderbakje, is het ook verstandig regelmatiger schoon te maken. Bij vragen kunt u gebruik maken van ons service aanvraag formulier op www.stokertje.nl/klantenservice.
Wij hopen dat u iets wijzer geworden bent van onze stooktips, in ieder geval wensen wij u veel stookplezier!!