Een houtkachel is bestemd voor de verwarming van een woning of leefruimte. De warmte wordt door middel van verbranding van brandhout opgewekt. Een kachel is over het algemeen gebouwd voor de verbranding van één soort brandstof. Er zijn echter een aantal multifuel kachels die bijvoorbeeld zowel op hout als op kolen gestookt kunnen worden. De term allesbrander wordt eigenlijk niet meer gebruikt. Daarnaast kan men onderscheid maken tussen convectiekachels en kachels met stralingswarmte, afhankelijk van hoe de warmte voornamelijk wordt afgegeven. Bij convectiekachels gebeurt dit grotendeels via verwarming van de lucht, waarbij eventueel zelfs met een ventilator de opgewarmde lucht uit de kachel wordt geblazen. Een convectiekachel is meestal gemaakt van plaatstaal. Bij stralingswarmtekachels wordt de warmte eerst opgeslagen in een massa steen, speksteen of gietijzer en vervolgens langzaam uitgestraald. Afhankelijk van de gebruikte materialen gaat het daarbij om onder andere gietijzeren kachels, tegelkachels, speksteenkachels en leemkachels. Niet alle tegelkachels of speksteenkachels zijn warmte-accumulerende houtkachels die voornamelijk stralingswarmte produceren. Deze namen worden namelijk ook gebruikt voor gewone convectiekachels die aan de buitenzijde met tegels of speksteen bekleed zijn. Hierbij is de accumulatie van warmte uiteraard minder omdat er sprake is van minder massa. De huidige houtkachel is, in tegenstelling tot een open haard, gesloten (op openingen aan de onderzijde voor de toevoer van zuurstof na), maar heeft een stookopening of deur voor de toevoer van brandhout en het verwijderen van de asresten. Daarnaast zijn er schuifjes of knoppen om de zuurstoftoevoer te regelen. De binnenkant van een houtkachel is bekleed met gietijzeren lamellen, vuurvaste steen of vermiculiet, om de gietijzeren of stalen buitenkant tegen de hitte te beschermen en om verlies van warmte via de schoorsteen zo klein mogelijk te houden. Een houtkachel is niet ingebouwd; een houtgestookte haard wel. Houtgestookte haarden en houtkachels vervullen op zich dezelfde functie. De voorloper van de houtkachel was de open haard. Deze bestond uit een stookrooster of vuurkorf, een haardplaat en een aslade, alsmede een schoorsteenmantel met rookkanaal. Het uiterlijk van de houtkachel werd op een gegeven moment steeds belangrijker omdat de functionaliteit minder van belang werd omdat vrijwel elk huishouden de beschikking kreeg over centrale verwarming. Sfeer, design en uitstraling werden belangrijker dan de warmte en het rendement van een houtkachel. Mica ruitjes en later streepjesglas werd vervangen door hittebestendig glas waardoor er veel meer zicht op het vuur kwam. Inmiddels is er weer een verschuiving gaande richting rendement en milieubewustzijn c.q. duurzaamheid. Het ontwerp van een houtkachel en het sfeerelement blijft belangrijk, maar dit mag niet langer ten koste gaan van het milieu. Daarom wordt in de 21e eeuw gekozen voor duurzame brandstoffen en houtkachels met een hoog rendement en een lage uitstoot van fijnstof. De moderne houtkachels kennen een zeer volledige verbranding en zijn voorzien van een luchttoevoer voor de primaire verbranding, secundaire verbranding en soms zelfs voor de tertiaire verbranding. Een houtkachel met de tertiaire verbrandingstechniek is de Anyfire Beaufort. Voor advies en meer informatie over de huidige generatie houtkachels kunt u terecht bij uw haardenspeciaalzaak.
Houtkachel |
![]() |