Het stoken met een houtgestookte kachel of haard is gezellig en, letterlijk en figuurlijk, hartverwarmend, maar hoe zorg je er nou voor dat je geen overlast voor anderen veroorzaakt? Nederland is nou eenmaal dichtbevolkt en het is belangrijk om rekening te houden met elkaar om problemen te voorkomen. Je kan op vele manieren hout stoken, als je onze stooktips en adviezen goed opvolgt kan iedereen genieten van de mogelijkheden die de natuur ons biedt. Hout is tenslotte een hernieuwbare en duurzame energiebron en bovendien milieuneutraal.
Het stoken met hout heeft veel voordelen. Zoals al aangegeven is het verwarmen van je woning door met hout te stoken een milieuneutrale manier van verwarmen in tegenstelling tot het verwarmen m.b.v. fossiele brandstoffen (zoals kolen, olie of gas). Bovendien biedt het stoken met hout veel werkgelegenheid. En last but not least... een houtkachel of houtgestookte haard creëert veel sfeer en gezelligheid in een woning. Deze voordelen wegen echter niet op tegen de nadelen als er overlast voor anderen veroorzaakt wordt. Om dat te voorkomen moet er verstandig en veilig gestookt worden. Hierbij moeten we naar vier 'ingrediënten' kijken die gezamenlijk de stookprestatie bepalen. Allereerst is natuurlijk de kwaliteit van de brandstof van belang, evenals de techniek en degelijkheid van de kachel of haard waar in gestookt wordt. Ten derde is het rookkanaal of de schoorsteen die de rookgassen af moet voeren van grote invloed en tot slot is het stookgedrag van de gebruiker/stoker nog van doorslaggevend belang evenals de weersomstandigheden. Voor dat laatste heeft het Sfeerverwarmingsgilde een handig STOOKALERT bedacht. Laten we het voorgaande stap voor stap met je doornemen.
Verwarming door het stoken met hout is in principe milieuneutraal, dat betekent dat bij de verbranding van hout evenveel CO2 uitgestoten wordt als tijden de groeifase door de boom opgenomen is. Bovendien komt bij het natuurlijke rottingsproces van hout in bijv. een bos ook CO2 vrij. Dan is het natuurlijk slimmer om het hout te gebruiken voor verwarming van onze woningen. Maar ook hier gelden een aantal spelregels. Het is niet toegestaan om geïmpregneerd of behandeld hout te stoken. De schadelijke stoffen die hierbij vrijkomen, komen rechtstreeks in ons leefmilieu. Vroeger werden kachels ook wel allesbranders genoemd. Die tijd is voorbij, we kunnen niet meer zomaar alles in de kachel gooien. Alleen onbehandeld, voldoende gedroogd, hout kan gebruikt worden voor in de kachel. De vochtigheid van hout kan gemeten worden met houtvochtigheidsmeters. Je kunt bij ons in de winkel altijd je hout gratis laten testen, maar je kan ook bij ons zo'n meter aanschaffen. Het ideale vochtigheidspercentage ligt tussen de 15 en 20%, hiervoor moet het brandhout na de kap ca. 2 tot 3 jaar drogen in een hiervoor geschikte opslag. Er zijn verschillende vormen van brandhout zoals hakhout, houtbriketten en pellets. En natuurlijk ook verschillende soorten zoals berken, beuken en eiken. Elke houtsoort heeft zijn eigen kenmerken en verbrandingswaarden.
Nederlanders zijn gek op het stoken met hout, naar schatting zijn er ca. 1,3 miljoen houtgestookte haarden in woningen aanwezig. Hiervan is ongeveer de helft een open haard. Het rendement van een open haard ligt enorm laag. Stoken doe je dan eigenlijk alleen voor de gezelligheid. De meeste warmte vliegt via de schoorsteen naar buiten en dit is dus allesbehalve milieuvriendelijk. Het is vele malen beter om een open haard te voorzien van een inzethaard of, nog beter, deze te vervangen voor een vrijstaande kachel met een moderne verbrandingstechniek. Het rendement wordt dan verhoogd van max. 20% naar ca. 80%, wat betekent dat je veel meer warmte benut van de kostbare brandstof. Bijna drie kwart van de haarden en kachels in Nederland zijn ouder dan 15 jaar wat betekent dat de techniek verouderd is en dat het rendement met ca. 20% verbeterd kan worden. Kortom, nog veel werk aan de winkel! Nederlandse fabrikanten en vakhandelaren hanteren op eigen initiatief de Duitse BlmSchV norm als minimale prestatie-eis om de komende jaren op deze manier een aanzienlijke verbetering te realiseren, zowel op het gebied van rendement als de uitstoot van fijnstof. We kunnen wat dat betreft nog veel leren van de landen om ons heen, de Nederlandse overheid loopt namelijk erg achter op het gebied van regelgeving en handhaving.
De infrastructuur rondom de kachel is van even groot belang als de vorige elementen. De kachel of haard moet goed passen bij de leefruimte. Een te groot vermogen leidt tot het smoren van de zuurstoftoevoer, wat de uitstoot enorm vergroot. Het rookkanaal wordt hierdoor ook sneller vervuild. Een kachel of haard moet daarom niet alleen visueel, maar ook technisch bij de woning passen. Je bent natuurlijk van harte welkom bij één van onze showrooms voor een gedegen advies. Ook (de installatie van) de schoorsteen of het rookkanaal is van grote invloed op de werking van een kachel of haard. Kies daarom altijd voor een erkend installateur Duurzame Energie zoals 't Stokertje. 't Stokertje is lid van het Stichting NHK en is gecertificeerd door Stichting Evis voor alle soorten toestellen (hout- en gasgestookt). De schoorsteen dient te zorgen voor een veilige afvoer van verbrandingsgassen. Daarvoor is het nodig om de schoorsteen en de kachel op elkaar af te stemmen. De installatie moet voldoen aan de regelgeving in het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit zijn richtlijnen opgenomen om overlast te voorkomen en eisen te stellen aan de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgassen. Hierbij is het vooral belangrijk waar de schoorsteen uitmondt. Bij een houtgestookte kachel of haard dient het rookkanaal altijd boven de nok van het huis uit te komen zodat er geen sprake is van rookoverlast.
Met goed gedroogd en schoon hout is het niet zo moelijk een vuur te maken in een houtkachel. Maar om zo efficiënt mogelijk te stoken en zo min mogelijk uitstoot te creëren heb je wel wat ervaring en kennis nodig. Vooral bij het aanmaken van het vuur kan veel ongewenste rookontwikkeling voorkomen. Er zijn twee methodes voor het aanmaken van de kachel, nl. het aansteken vanaf de onderkant of vanaf de bovenkant (ook wel Zwitserse methode genoemd). Kies in beide gevallen voor goed materiaal om mee te beginnen. Steek een kachel nooit aan met kranten of papier! Gebruik aanmaakblokjes of ontstekingswol, aanmaakhout en geschikt haardhout. Bij sommige kachels is het nodig om op een bedje van as te stoken, raadpleeg hiervoor altijd de handleiding van de kachel of haard.
De Zwitserse methode wordt ook wel 'het nieuwe aansteken' genoemd. In opdracht van de Zwitserse overheid is onderzoek gedaan naar een aanmaakproces waarbij zo min mogelijk rookontwikkeling ontstaat. Daarbij is gebleken dat het ontsteken van boven tot de beste resultaten heeft geleid. De Zwitserse methode houdt in dat er twee of drie houtblokken op de stookbodem van de kachel worden gelegd (met een kleine afstand ertussen). Daarbij is het belangrijk dat de kloofkanten van de houtblokken naar boven wijzen. Vervolgens worden de aanmaakhoutjes kruislings bovenop de houtblokken gelegd. Tussen de aanmaakhoutjes moeten voldoende aanmaakblokjes (of aanmaakwol) gelegd worden. De luchttoevoer(en) van de kachel moeten maximaal open gezet worden voor zoveel mogelijk verbrandingslucht in de opstartfase. Eventueel moet de deur ook op een kier gezet worden als er anders onvoldoende lucht toegevoerd kan worden (bekijk hiervoor ook de handleiding van de kachel of haard). Steek de aanmaakblokjes aan en wacht tot de houtblokken goed vlam gevat hebben.
Bij de traditionele aanmaakmethode wordt er van uitgegaan dat vuur van onder naar boven brandt en daarom wordt het vuur van onderaf aangestoken. Niets is echter minder waar, zoals ook door de Zwitserse methode aangetoond wordt. Bij de traditionele methode wordt gestart met het neerleggen van de aanmaakhoutjes, kruislings onderop de stookbodem. Tussen de aanmaakhoutjes voldoende aanmaakblokjes of aanmaakwol leggen. Twee of drie houtblokken op het aanmaakhout leggen met de kloofkant naar onderen. Ook hierbij dient de luchttoevoer maximaal te zijn om het aanmaakproces zo snel mogelijk op gang te brengen. Raadpleeg de instructies in de handleiding en zet eventueel de deur op een kier. Steek de aanmaakblokjes aan en wacht tot de houtblokken goed vlam gevat hebben.
Zodra al het hout vlam gevat heeft, moet de luchttoevoer verminderd worden. Elke kachel of haard werkt anders op dit gebied, dus hiervoor dienen de instructies in de handleiding gevolgd te worden. Als er nog kleine vlammen zichtbaar zijn en op de stookbodem een gloeiende massa ligt, is het het beste moment om hout bij te vullen. Open de deur van de kachel rustig om rookontwikkeling te voorkomen. Schuif eventueel de gloeiende massa naar het midden van de stookbodem en leg twee of drie houtblokken met de kloofkant naar onderen in de verbrandingskamer. Zet de luchttoevoer weer even open en zodra de blokken vlam gevat hebben kunt u de luchttoevoer weer in de normale stand zetten. Gooi niet met de houtblokken omdat dat het binnenwerk van de kachel kan beschadigen, gebruik daarom goede handschoenen zodat er geen verbrandingsgevaar is. Als je wilt stoppen met stoken, stop je met het toevoegen van houtblokken. Nadat de laatste vlammen uitgegaan zijn en er geen gloeiende massa meer is, wordt de luchttoevoer gesloten zodat de woonruimte niet verder afkoelt (door de luchtstroom wordt namelijk ook verwarmde lucht afgevoerd). Ook as wat op het eerste gezicht afgekoeld is kan nog gloeiende delen bevatten. Gooi de asresten daarom nooit in een container, deze kan gaan smelten of vlam gaan vatten. De asresten moeten altijd in een metalen emmer of bak geschept worden en met een deksel worden gesloten. Wil je ook goed leren stoken? Meld je dan aan voor één van onze stookcursussen.
Probeer burenoverlast te voorkomen en wees strenge regelgeving een stapje voor. Ga uit jezelf voor maximaal stookplezier met behoud van het milieu. Gebruik daarom uitsluitend toegestane brandstoffen en zorg voor het juiste vochtigheidspercentage (tussen de 15 en 20%). Vul de kachel of haard conform de handleiding en maak gebruik van de Zwitserse opstartmethode om uitstoot in de opstartfase te verminderen. Vakkundige installatie van kachel en rookkanaal door een erkend installatiebedrijf is noodzakelijk. Wil je nog beter leren stoken? Volg dan een stookcursus bij 't Stokertje en geniet volop van uw houtvuur zonder anderen daarmee tot last te zijn.